
Zes IoT-cloudplatformen in kaart gebracht
De populariteit van Internet of Things als basistechnologie voor een grote hoeveelheid toepassingen (van consumentenspullen tot Industry 4.0) is mede te danken aan het feit dat diverse IT-partijen zogenoemde ‘IoT-platformen‘ in de cloud aanbieden. Hiermee is bijvoorbeeld IoT-hardware te koppelen en te beheren. En er kunnen op relatief eenvoudige wijze IoT-applicaties worden geschreven en getest. Inmiddels zijn er vele van dit soort platformen. IoT Journaal brengt er zes voor u in kaart.
Vooropgesteld: er zijn op dit moment veel meer dan zes IoT-cloudplatformen beschikbaar. Maar de redactie van IoT Journaal heeft zich in dit geval beperkt tot de ‘Grote Namen’, in plaats van het ook vermelden van kleinere, veelal in bepaalde niches gespecialiseerde, varianten. Om maar meteen te beginnen (in alfabetische volgorde):
- Amazon Web Services (AWS). Amazon mag de gerust grondlegger van het hedendaagse cloud computing-model worden genoemd. De van huis uit e-commerce partij heeft het beschikbaar stellen van zijn datacenters aan derden goed weten te kapitaliseren. Inmiddels is AWS zo’n beetje dé standaard voor cloud computing. En dat geldt ook voor IoT-applicaties en het beheer van IoT-hardware (‘IoT Device Management’).
- Carriots (nu omgedoopt in SmartWorks). Het Amerikaanse Altair Engineering (van huis uit een IT-bedrijf) richt zich met zijn IoT-platform met name op het segment van ‘Platform as a Service’ (PaaS), waarmee organisaties hun IoT-hardware kunnen beheren. Ook biedt Carriots/SmartWorks de mogelijkheid om gevanceerde IoT-toepassingen te creëren, zoals Digital Twins.
- Cisco IoT Cloud Connect. De netwerkgigant Cisco is eveneens druk bezig met het verwerven van marktaandeel als het gaat om IoT-cloudplatformen. Het Amerikaanse concern richt zich op organisaties die hun mobiele netwerkinfrastructuur (en de IoT-apparaten die zich daar op bevinden) willen beveiligen en optimaliseren. Net als AWS en Azure heeft Cisco edge computing-functionaliteit aan zijn IoT-platform toegevoegd.
- IBM Watson IoT. Van huis uit een AI-platform, is IBM’s Watson in de loop der tijd uitgebreid met functionaliteit voor het beheer van IoT-hardware en ontwikkeling van IoT-applicaties. De nadruk blijft evenwel liggen op de integratie en het gebruik van AI-functionaliteit.
- Microsoft Azure IoT. Softwaremaker Microsoft heeft zich eveneens gestort op IoT. Zijn cloudplatform Azure biedt - net als AWS - de nodige hulpmiddelen voor het beheren van IoT-hardware en het ontwikkelen van applicaties. Microsoft zet in zijn IoT-platform niet alleen in op edge computing, maar ook worden hulpmiddelen voor het gebruiken van Artificial Intelligence en Big Data analytics aangeboden.
- ThingWorx. Producent PTC heeft zich met zijn IoT-cloudplatform gespecialiseerd in Industrial Internet of Things (IIoT). Dat maakt het echter weer minder geschikt voor algemene IoT-toepassingen.
Hoe scoren ze?
Het marktonderzoeksbureau Counterpoint Research uit Hong Kong heeft in een recente analyse van twintig specifiek op IoT gerichte cloud platformen twintig verschillende IoT-cloud platformen beoordeeld op 35 criteria, met een mogelijke topscore van 350 punten. Zo werd er onder andere gekeken naar de functionaliteit, het marktaandeel, de groei van het ecosysteem rond de platformen, de specifieke IoT-componenten en de faciliteiten voor edge computing. De ‘winnaar’ was Azure IoT van Microsoft met een score van 276,6 punten, gevolgd door Amazon met 254,8 en Huawei (249,1 punten). Volgens Counterpoint Research is de toppositie van deze platformen mede te danken aan het feit dat de bewuste aanbieders vanuit een ‘cloud native’-aanpak hebben gewerkt. Met andere woorden: zij zijn vanaf nul begonnen met het bouwen van een IoT-platform ‘in de cloud’. Ook hebben zij hun platformen tijdig weten uit te bouwen met geavanceerde functionaliteit, zoals edge computing faciliteiten. Met name dat laatste is het afgelopen jaar in opmars als het gaat om de implementatie van omvangrijke IoT-oplossingen. Voor dat soort toepassingen is de dataverwerking aan het rand van het netwerk een pluspunt, aldus Counterpoint Research.