Domotica update: Het huis ontpopt zich als slim IoT-ecosysteem
In Nederland winnen de slimme snufjes voor huishoudens flink aan populariteit. Die opmars gaat zonder al te grote ophef: stilletjes sluipt de Internet of Things-hardware de huiskamers binnen. Van de slimme thermostaat tot de intelligente robotstofzuiger en de persoonlijke spraakgestuurde assistent. Tijd voor een snelle update.
Een voorbeeld van de stijgende acceptatie van domotica-spullen? Volgens recent onderzoek van marktonderzoeksbureau Kantar TNS (voorheen TNS Nipo) beschikt inmiddels circa 6 procent van de Nederlandse huishoudens over een spraakgestuurd ‘intelligent’ hulpje in de vorm van een slimme luidspreker. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat 17 procent van alle huishoudens bekend is met ‘t concept van slimme luidsprekers, zoals de Alexa van Amazon en de Home van Google. Vijf procent van de bevraagden heeft een Google Home staan, terwijl 1 procent over een Amazon Alexa beschikt. Het verschil in adoptie heeft wellicht alles te maken met het feit dat de Google Home sinds 24 oktober 2018 ook de Nederlandse taal machtig is, terwijl er met de Amazon-concurrent nog slechts in ander talen (zoals Engels) kan worden gecommuniceerd. Kantar TNS verwacht dat de smart speakers in het komende half jaar een groei van ‘rond de 80 procent’ doormaken.
To Dash or not to Dash?
Het gemak dient de mens. En dat is nou juist wat de Amerikaanse internetgigant Amazon voor ogen had met de introductie van zijn IoT-knop: de ‘Dash Button’,een apparaatje waarmee met een klik op de knop vooraf ingeprogrammeerde spullen zijn te bestellen via de Amazon-website. De knop was tot nu toe al in Duitsland en Gr00t-Brittannië verkrijgbaar. De Britse consument kon bij Amazon kiezen uit 40 verschillende Dash buttons. Achter de IoT-knoppen zaten diverse producten van bekende merken zoals Air Wick, Ariel, Cesar, Dettol, Durex, Gillette, Huggies, Listerine, Nescafé, Nicorette, Pedigree, Vanish en Wilkinson. Voor een button moest 4,99 pond worden neergeteld, daarin zat overigens ook een credit van 4,99 pond voor de eerste aanschaf. Achter de Dash button school de Dash Replenishment Service (DRS). Die IoT-technologie zorgde voor de orderverwerking en de uiteindelijke belevering. DRS was ook beschikbaar voor derde partijen om in hun producten te integreren, zoals afwasmachines van Bosch en Siemens. In Duitsland was de Amazon Dash Button overigens geen lang leven beschoren. Het bedrijf moest eind januari 2018 op last van een Duitse rechter met de verkoop ervan stoppen. Het gerechtelijke verbod was ingegeven door ‘het gebrek aan de wettelijk verplichte prijstransparantie’ van de IoT-knop. Op de bewuste ‘button’ was slechts het logo van een fabrikant of merknaam zichtbaar, er werd geen informatie over zaken als prijzen gegeven. En dat kon volgens de rechter niet door de beugel. Wellicht is het u opgevallen dat de bovenstaande tekst in de verleden tijd is geschreven. En dat is met opzet gedaan: Amazon heeft laten weten dat het wereldwijd stopt met de Dash Button. Reden hiervoor? Amazon zegt dat de fysieke knop overbodig is geworden door de integratie van ‘virtuele knoppen’ in allerhande andere hard- en software. Denk bijvoorbeeld aan IoT-koelkasten en de spraakgestuurde persoonlijke assistenten.
Wie gaat de slag om ’t huis winnen?
Marktonderzoeksbureau BI Intelligence, onderdeel van de Amerikaanse nieuwswebsite Business Insider, heeft in kaart gebracht welke type spelers de beste kaarten hebben om de slag om het slimme huis te winnen. Niet geheel verrassend is de nummer één van dat lijstje: de ICT-sector (denk bijvoorbeeld aan Apple, Google en Amazon). Op nummer twee staan de fabrikanten van huishoudelijke apparatuur (zoals Bosch, Samsung en Whirlpool). Tot dusver nog steeds geen grote verrassingen. Het zijn de partijen waarvan je verwacht dat zij zich met grote ijver storten op de markt die zij al kennen (huishoudelijke apparaten) of waarvan zij de technische bouwstenen al in huis hebben (ICT).
Anders wordt het met ingang van de nummer drie op het BI Intelligence-lijstje: de operators. De telecommers zijn, volgens het marktonderzoeksbureau, goed in staat om hun partij mee te blazen als het gaat om de domotica-markt. KPN is daar in Nederland al driftig mee bezig met zijn ‘SmartLife’-productaanbod. Al moet de consument een flinke dosis vasthoudendheid hebben om er meer over te weten te komen: SmartLife staat namelijk nergens vermeld op de homepage van kpn.com.
De nummers vier en vijf op het lijstje zijn eveneens ‘outsiders’. Het gaat respectievelijk om technologiebedrijven gespecialiseerd in de verzekeringsbranche én de verzekeringsmaatschappijen zelf. Ook hiervan zijn al enkele voorbeelden te vinden. Zo is de ANWB al enige tijd actief met een autoverzekering waarbij de automobilist tot 30 procent korting krijgt op de premie als hij/zij een IoT-apparaatje in het voertuig plaatst. Met die ‘stick’ wordt door Unigarant, de verzekeringsmaatschappij van de ANWB, bijgehouden of de bestuurder veilig rijdt.
De nummer zes in de BI Intelligence-lijst? Daar staan de nutsbedrijven (met name elektriciteitsmaatschappijen) én de kabelexploitanten. In Nederland zijn echter alleen de elektriciteitsbedrijven actief op het gebied van slimme huizen. Nuon biedt bijvoorbeeld huisbeveiliging aan en Eneco is actief met zijn slimme thermostaat Toon. Kabelaar Ziggo afficheert zich in de zakelijke markt weliswaar als een ‘facilitator voor domotica-oplossingen’, maar dat beperkt zich feitelijk tot het leveren van zijn traditionele diensten en producten: televisie en internettoegang.
[Tekst loop door onder de grafiek.]
Open standaarden en security
Volgens BI Intelligence zijn er nog de nodige obstakels te overwinnen voor de diverse domotica-spelers als het gaat om het winnen van marktaandeel. Allereerst is daar de simpele vaststelling dat er geen allesoverkoepelende standaard is voor commmunicatie tussen de verschillende domotica-oplossingen. Met andere woorden: de verschillende slimme spullen praten overwegend alleen met andere slimme spullen van dezelfde leverancier. Hier zijn standaarden nodig of in ieder geval een manier om interoperabiliteit tussen de diverse domotica-smaken te bewerkstelligen. Gelukkig zijn er al op dit vlak wat initiatieven van leveranciers die met open API’s werken.
Ook zijn consumenten overwegend terughoudend als het gaat om geld uit te geven voor een ‘slimme versie’ van een apparaat als zij al een ‘domme’ uitvoering hebben die prima werkt. Waarom zou je een dure IoT-waterkoker willen kopen als de gewone nog prima voldoet? En dan is daar nog de veiligheid, de cybersecurity. Wie de afgelopen tijd het nieuws heeft gevolgd, is ongetwijfeld geconfronteerd met berichten over de inzet van gehackte slimme apparaten voor aanvallen op websites. Hier ligt ook een taak voor de verschillende overheden, zoals D66-Kamerlid en IoTJournaal-gastblogger Kees Verhoeven al langer bepleit.